" A r b o z o r g   d i e   w e r k t ! "
 

Zoeken

    

Hand bekneld tussen betonplaten

Een man werkt al 24 jaar als internationaal chauffeur bij een transportbedrijf. In november 2002 levert hij een lading betonplaten van elk 3000 kilo af bij een afnemer.

De platen, die door een werknemer van de afnemer met behulp van een heftruck gelost worden, zijn zonder tussenruimte (koud) gestapeld. Daarom wrikt de werknemer eerst een klein deel van de lepel(s) van de heftruck tussen de betonplaten. Vervolgens legt hij een houten of stenen balkje tussen de betonplaten om ruimte te maken voor de lepels die hij dan geheel onder de betonplaat schuift. De chauffeur helpt op een gegeven moment mee door een houten/stenen balkje tussen de betonplaten te leggen. Als de tussen de betonplaten gewrikte lepel op een gegeven moment wegglijdt, zakt de betonplaat op de hand van de chauffeur, waardoor deze botbreuken oploopt.

De Arbeidsinspectie doet geen onderzoek, omdat zij uitgaat van een gering letsel. De chauffeur eist vergoeding van zijn schade. De kantonrechter overweegt dat op grond van de stukken niet duidelijk wordt of de chauffeur hielp bij het lossen van zijn eigen vrachtwagen of bij het lossen van een vrachtwagen van een derde. Of de chauffeur schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden voor de ‘eigen’ werkgever, kan dan ook niet goed worden vastgesteld.

Maar ook als vast zou komen te staan dat de chauffeur schade heeft opgelopen als gevolg van assistentie bij het lossen van zijn eigen vrachtwagen, leidt dit nog niet tot aansprakelijkheid van zijn werkgever. Artikel 7:658 schept geen absolute waarborg tegen het gevaar van arbeidsongevallen. Wat van de werkgever in redelijkheid mag worden verwacht, hangt af van de omstandigheden van het geval.

De chauffeur heeft weliswaar gemotiveerd onderbouwd dat het gebruikelijk is dat chauffeurs helpen bij het lossen van hun vrachtwagen, maar niet dat dit ook bij deze afnemer gebruikelijk was. Daar werden immers, zoals uit het verzekeringsrapport blijkt, de vrachtwagens door heftrucks gelost. Voorts is niet gebleken dat er een uitdrukkelijke opdracht was om te assisteren bij het lossen van de betonplaten. Evenmin staat vast dat de chauffeur altijd hielp bij het lossen van betonplaten, zeker nu het tien jaar geleden was dat hij voor het laatst betonplaten had vervoerd. Ook blijkt niet dat hij door de werknemer van de afnemer is verzocht te assisteren.

Op grond van dit alles concludeert de rechter dat de chauffeur uit eigen beweging is gaan helpen. Verder mag het (val)gevaar van zware betonplaten, die van elkaar gescheiden worden door de lepels van een heftruck, ook voor niet-gewaarschuwde mensen voldoende bekend worden geacht. De werkgever heeft zijn zorgplicht niet geschonden en de vordering wordt afgewezen.

27 februari 2012 | Arbo-Online.nl
Bron: Kantonrechter Sneek, 28 september 2011, LJN: BT7658

Secretariaat